Tubi valves nederland nieuws & events
Vanaf 20 april 2016 moeten alle explosieveilige producten die op de markt gebracht worden, voldoen aan de nieuwe richtlijn 2014/34/EU, welke in de volksmond bekend is als ATEX 114. Gelijktijdig met deze vernieuwing wordt de bestaande ATEX 137 ongewijzigd omgedoopt in ATEX 153. Deze nieuwe nummering stamt uit de hoofdstukken van het Europese Verdrag van Lissabon.
ATEX 114 - product richtlijn (voorheen ATEX 95)
Vanaf 20 april 2016 moeten alle explosieveilige producten die op de markt gebracht worden, voldoen aan de nieuwe richtlijn 2014/34/EU. Deze nieuwe richtlijn valt binnin het Nieuw Wetgevingskader en is in onze wetgeving opgenomen als Warenwetbesluit Explosieveilig Materieel.
De vijf belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oude richtlijn 94/9/EG zijn:
1. Verplichtingen voor importeurs van producten geproduceerd door fabrikanten buiten de EU.
2. Accreditatie eisen zijn voor aangemelde instanties (Notified Bodies) aangescherpt.
3. Meer toezicht op de naleving door de nationale autoriteiten.
4. Een EU-Conformiteitsverklaring vervangt de EG-Verklaring van Overeenstemming.
5. Een certificaat van EU-typeonderzoek vervangt het EG-typecertificaat.
Voor fabrikanten blijven de Essentiële Veiligheidseisen (ESR’s) ongewijzigd waardoor er geen hercertificering noodzakelijk is. De zogenaamde ‘stand der techniek’ kan blijven gevolgd worden door de normen uit de ‘Official Journal’ toe te passen om het ‘Vermoeden van Overeenstemming’ aan te kunnen tonen. Na de transitiedatum blijven bestaande EG-typecertificaten gewoon geldig; alleen bij afgifte van een nieuwe uitgave, vanwege een aanvulling of wijziging, wordt overgegaan op een zogenaamd certificaat van EU-typeonderzoek.
Onveranderd blijft ook het verplichte gebruik van materieelgroepen en productcategorieën. Laatstgenoemde is gerelateerd aan de internationaal bekende Equipment Protection Levels (EPL). Voor een overzicht van de toepassing van het juiste beschermingsniveau; zie tabel hieronder.
ATEX 153 - sociale richtlijn (voorheen ATEX 137)
Inhoudelijk blijft richtlijn 1999/92/EG ongewijzigd van kracht. Alleen de benaming zoals die in de volksmond meer bekend is (ATEX 137), wijzigt in ATEX 153. Deze wijziging komt door een gewijzigde hoofdstukindeling in het Verdrag van Lissabon, waarin hoofdstuk 153 handelt over de Europese arbeidsomstandigheden. Deze richtlijn bevat de minimumeisen voor gezondheid en veiligheid van werknemers die werken in mogelijk explosiegevaarlijke atmosferen. In Nederland is deze minimum richtlijn middels het ARBO Besluit opgenomen in onze nationale wet- en regelgeving. Werkgevers van bedrijven met mogelijk explosiegevaar moeten volgens de richtlijn een ‘Explosieveiligheidsdocument’ (EVD of EPD) opstellen en onderhouden. Belangrijke aspecten daarin zijn:
1. Basismethodiek, met o.a. een lijst van mogelijke ontstekingsbronnen, volgens EN 1127-1.
2. Zonering, volgens EN-IEC 60079-10-1 (gas) en 60079-10-2 (stof). Voor Nederland zijn aanvullende ‘praktijk richtlijnen’ opgesteld in de vorm van NPR 7910-1 (gas) en 7910-2 (stof).
3. Ontwerp, Selectie en Installatie van elektrisch materieel, volgens EN-IEC 60079-14. Belangrijk is het onderkennen van ‘Competenties van personeel’ en nieuw; de ‘Initiële Inspectie’.
4. Inspectie en Onderhoud van elektrisch materieel, volgens EN-IEC 60079-17.
5. Reparatie en Revisie van elektrisch materieel, volgens EN-IEC 60079-19.
In bovengenoemde punten is de zogenaamde ‘life cycle approach’ zichtbaar toegepast.
Markering - Voorbeeld en uitleg
Materieel moet volgens richtlijn 2014/34/EU gemarkeerd zijn met minimaal de CE markering. Met de CE markering verklaart de fabrikant dat het product is vervaardigd in overeenstemming met de van toepassing zijnde Europese richtlijnen. Het geldt daarmee als paspoort voor toegang tot de Europese markt. Installateurs en gebruikers mogen alleen CE gemarkeerd materieel installeren en in gebruik nemen!
II 2 G Exe ia IIC T6
Markering voor explosieveilig materiaal | |
II | Markering voor groepsindeling (Zie tabel hieronder) |
2 | Markering voor gevarenbron gas- stofgroepen (Zie tabel hierboven) |
G | Markering voor omgeving - G = Gas D = Stof |
Exe | Markering voor explosieveilig ontwerp (Exe, Exd, Exi) (Zie tekst onder) |
ia | Intrinsiekveilige stroomkring |
IIC | Markering voor gas- stofgroepen (Zie tabel onder) |
T6 | Makering voor temperatuurklasse indeling (Zie tabel onder) |
Voorkomende BTO's (Beschermwijzen tegen ontsteking)
Ex e
Beschermingswijze Ex e is alleen mogelijk toepasbaar op materieel dat onder normaal gebruik niet vonkt. Elektrische verbindingen moeten een verhoogdveilige klemkracht op de elektrische geleiders uitoefenen en een trekkracht op de geleiders mag geen vonkgevaar opleveren. Cruciaal in deze beschermingswijze zijn de minimale lucht- en kruipwegen. Daarom dient de behuizing van niet geïsoleerde delen minimaal IP 54 en slagvast te zijn. Eventueel optredende temperatuurverhogingen (hot spots) worden vastgelegd binnen de temperatuurklasse van het materieel. Alleen toepasbaar voor gasexplosieveiligheid. (Voorbeelden: klemmenkasten, kooianker motoren)
Ex d
Beschermingswijze Ex d bestaat uit een drukvast omhulsel welke onderdelen kan bevatten welke onder normaal gebruik vonken of hoge temperaturen kunnen veroorzaken. Een drukvast omhulsel is géén drukdicht omhulsel, maar juist een ademende constructie. Indien er een explosief gasmengsel in een drukvast omhulsel tot ontploffing komt, is de constructie voldoende sterk om de korte dynamische overdruk op te vangen. De druk- en temperatuurverhoging wordt afgebouwd via genormeerde spleetwijdten of vlamdoofwegen (schroefdraden en pasvlakken), zodanig dat de omringende explosieve atmosfeer niet ontstoken kan worden. (Voorbeelden: aandrijvingen, werkschakelaars, schakelpanelen etc.)
Ex i
Beschermingswijze Ex i houdt in dat bij een intrinsiekveilige stroomkring de energie in de stroomkring te laag is om de explosieve atmosfeer te kunnen ontsteken. De begrenzing van de energie vindt plaats door de spanning èn de stroom te begrenzen door gebruikmaking van zenerdioden en weerstanden in zogeheten zenerbarrières of scheidingversterkers met galvanische scheiding. Ex i stroomkringen kunnen met de kleur lichtblauw worden gemarkeerd. Toepasbaar voor zowel gas- als stofexplosieveiligheid. (Voorbeelden: 2-draads transmitters, NAMUR naderingsschakelaars)
De fabrikant is verplicht om zich met naam en adres bekend te maken op de typeplaat van het product. Traceerbaarheid is een speerpunt van de nieuwe richtlijn en het is daarom verplicht minimaal een serienummer of uniek fabricagenummer te benoemen. Ook het jaar van productie is verplicht. Bij de levering van een product dient een installatie-instructie en de EU-conformiteitsverklaring verplicht meegeleverd te worden.
Links Europese Unie online
Materieel voor potentieel explosieve atmosferen.
http://ec.europa.eu/growth/sectors/mechanical-engineering/atex/index_en.htm
ATEX 114 richtlijn.
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014L0034&from=NL
ATEX 114 guidelines.
http://ec.europa.eu/DocsRoom/documents/16402/attachments/1/translations/en/renditions/native
Official Journal (lijst met normen die vermoeden van overeenstemming met ATEX 114 geven).
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=uriserv:OJ.C_.2016.126.01.0013.01.NLD
Lijst met aangemelde instanties (NoBo’s).
http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/nando/index.cfm?fuseaction=directive.notifiedbody&dir_id=14
ATEX 153 richtlijn.
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:31999L0092&from=EN
Niet-bindende gids voor goede praktijken.
http://bookshop.europa.eu/is-bin/INTERSHOP.enfinity/WFS/EU-Bookshop-Site/en_GB/-/EUR/ViewPublication-Start?PublicationKey=KE6404175